|
Energetische
Vertebraal Correctie
door Gaby
Buiskool, januari 2010
In augustus 2009 volgde ik de workshop Energetische
Vertebraal Correctie van Lydie Schoenmakers. Lydie is gespecialiseerd in reflexologie
en Chinese geneeskunde. In deze workshop komen die aspecten bij elkaar.
Inmiddels heb ik bijna een half jaar ervaring opgedaan met deze manier van
werken en ben ik er alleen maar enthousiaster over geworden.
In dit artikel wil ik uitleggen wat Energetische Vertebraal Correctie is. Ter
verdieping hiervan zal ik enkele cases bespreken.
Wat is Energetische Vertebraal Correctie?
Het woord zegt het al: correctie van de wervels (vertebrae)
en wervelkolom met behulp van energie. “Met behulp van energie” behoeft enige
toelichting: er wordt niet gewerkt via manuele technieken; de rug wordt zelfs
in het geheel niet aangeraakt en dient enkel ter diagnose. De energie
waarvan we bij deze therapievorm gebruik maken is de energie van de
meridianen: de veertien energiebanen in het lichaam zoals deze in de Chinese
geneeskunde worden onderkend.
Een meridiaan of energiebaan is veelal verbonden met een
orgaan en vervoert de specifieke “orgaan-energie” door het lichaam. De nieren
bijvoorbeeld vormen de “thuisbasis” van de levenskracht van een organisme. De
niermeridiaan vervoert dus de levenskracht vanuit
de nieren door het hele lichaam zodat alle weefsels en cellen doordrongen
worden van die levenskracht.
Acupunctuur is één van de vele manieren om met deze energiebanen te werken.
Middels de acupunctuurpunten (deze liggen op de meridianen) kan de energie in
de betreffende meridiaan worden gestimuleerd of worden afgeremd.
Shiatsu (= “vingerdruk”) werkt ook met de
acupunctuurpunten, maar in plaats van stimulatie via naalden wordt druk
uitgeoefend op de betreffende plek. Via Shiatsu
komen we dan bij Energetische Vertebraal Correctie, het onderwerp van dit
artikel.
De
basis van Energetische Vertebraal Correctie is gelegd door de Japanse Meester
Shizuto Masunaga
(1925-1981), grondlegger van Zen Shiatsu. Masunaga komt voort uit een geslacht van Shiatsu-beoefenaren en heeft daarnaast psychologie
gestudeerd.
Het succes van Zen Shiatsu is mede afhankelijk van
de meditatieve staat (“Zen”) waarin de
beoefenaar de technieken uitvoert. De techniek bestaat uit het uitoefenen van
druk over de gehele meridiaan met als doel het zelfhelend vermogen van het
lichaam te ondersteunen waardoor ziektesymptomen verminderen en vitaliteit
terugkeert. Zen Shiatsu werkt direct op het
autonome zenuwstelsel en de bloed- en lymfecirculatie in het lichaam.
Hierdoor verbeteren zowel spiertonus als
het functioneren van interne organen. Ook wordt het immuunsysteem
geactiveerd.
In essentie gaat het bij Zen Shiatsu om dezelfde
meridianen als uit de Chinese geneeskunde. Met dien verstande dat Masunaga deze banen op een enigszins andere wijze heeft
gedefinieerd, met als gevolg dat deze aangepaste (kijk op) meridianen ook wel
Masunaga-meridianen worden genoemd.
Masunaga heeft naast Zen Shiatsu
ook een schema van reflexbanen op de voetzool gepubliceerd. Deze reflexbanen
worden beïnvloed door het zachtjes strijken over de betreffende baan. De
basis voor wat later “Energetische Vertebraal Correctie” is gaan heten, was
gelegd.
Een
reflexzone of reflexpunt (of in het geval van Energetische Vertebraal
Correctie: een reflexbaan) is de weerspiegeling of afbeelding van een deel
van het lichaam in een ander deel van datzelfde lichaam. Het blijkt dat zowel in handen als in
voeten, alsook op andere lichaamsdelen zoals bijvoorbeeld de oorschelpen en
de tong, punten te vinden zijn die rechtstreeks in verbinding staan met een
specifiek orgaan of een specifieke klier. Via het behandelen van een bepaald
reflexpunt op voet of hand behandelt men dus in feite het daarmee in
verbinding staande orgaan of de betreffende klier.
Masunaga ontdekte dat op de voet zelfs lijntjes
(“reflexbanen”) aanwezig zijn die een gehele meridiaan
afbeelden/weerspiegelen. Door zo’n reflexbaan van hooguit twintig centimeter
lang te behandelen behandelt men dus eigenlijk de gehele meridiaan. Dit is
uiteraard veel eenvoudiger dan het werken met de héle meridiaan. Ter
vergelijking: de blaasmeridiaan is ongeveer anderhalf maal langer dan de
lichaamslengte van een persoon.
De
Nederlander Jan van Baarle heeft veelvuldig met Masunaga’s
schema gewerkt en dat schema verder uitgebreid. Hij noemde de ontstane
techniek “Energetische Vertebraal Therapie”.
Lydie Schoenmakers (België) heeft de Energetische
Vertebraal Therapie geleerd van Jan van Baarle. Ze werkt hier al een
twintigtal jaren mee en inmiddels geeft ze ook les in deze werkwijze. In
België is het woord “therapie” echter voorbehouden aan slechts enkele met
name genoemde werkwijzen. Om problemen te voorkomen heeft Lydie
de werkwijze toen “Energetische Vertebraal Correctie” genoemd.
In
Energetische Vertebraal Correctie wordt dus gewerkt via het schema van
reflexbanen van de meridianen op voeten en handen.
Uitgangspunt van deze werkwijze is de blaasmeridiaan. Deze meridiaan loopt
onder andere aan weerszijden van de gehele wervelkolom en heeft een
verbinding met alle organen en daarmee met alle andere meridianen.
Behandeling van een specifieke wervel geschiedt middels de meridiaan die, via
de blaasmeridiaan, verbonden is met die bepaalde wervel.
Bijvoorbeeld: Bl 15 (punt 15 op de blaasmeridiaan),
in het Chinees “Xin Shu” ofwel “transportpunt van
het Hart”, vindt men ter hoogte van Th5 (de vijfde thoracale of borstwervel).
Dit punt staat in verbinding met het hart: hartsenergie
en hartmeridiaan.
Een verstoring van Th5 of in het gebied ter hoogte van Th5 wordt via
Energetische Vertebraal Correctie behandeld middels de reflexbaan van de
hartmeridiaan op één of beide voeten en/of één of beide handen. Zoals gezegd
bestaat de behandeling uit zachte strijkbewegingen op die reflexbaan.
Werkwijze
De cliënt ligt op de buik, met de rug ontbloot zodat de therapeut
goed zicht heeft op die rug en de “onregelmatigheden” van die rug, en
eventuele veranderingen tijdens het werk direct kan waarnemen. Met een
make-up potlood wordt de plaats van enkele wervels op de rug gemarkeerd: de
thoracale wervels Th1, Th7 en lumbale wervels L2 en L4. Zelfs al tijdens het
werk op de reflexbanen kunnen zich verschuivingen voordoen in de rug, hetgeen
aangetoond wordt door de plaats van genoemde wervels opnieuw te bepalen. De
nieuwe plaats kan zelfs wel twee centimeter van de oude markering af liggen!
Vervolgens onderzoekt de therapeut de rug: wat valt op? hoe staan de wervels?
staan schouders en bekken recht? Naast de stand van wervels, schouders en
bekken heeft iedere holling en bolling in de rug
een betekenis. Evenals de glans, kleur van de huid, vlekjes, adertjes,
beharing (“donsjes”), grootte van de poriën, et cetera. Het “lezen” van de
rug blijkt een vak apart.
De behandeling begint met voorbereidende “strijkjes” over de reflexbanen van
blaas-, gouverneursvat- en conceptievat-meridiaan op beide voeten. Tijdens
dit inleidende werk gebeurt er al heel veel en zie je de rug veranderen.
Hierna begint de “echte” behandeling, waarin de therapeut de te behandelen
zone op de rug “vertaalt” naar de reflexbaan die stimulatie behoeft. Hiertoe
is een handig schema opgesteld, zodat men dat allemaal niet uit het hoofd
hoeft te leren.
Tijdens het behandelen blijft de therapeut de veranderingen in de rug
bestuderen. Na iedere reflexbaan die behandeld is dient de therapeut opnieuw
te onderzoeken wat nú nog nodig is: welke meridiaan? behandeling op de voeten
of op de handen? behandeling links, rechts of beide kanten? of is het juist
tijd om te stoppen? Het is dus niet zo dat men na de eerste inspectie een
behandelschema opstelt en dat blindelings afwerkt.
Afsluitend wordt de drievoudige verwarmer meridiaan behandeld op beide
voeten. Deze meridiaan verbindt drie zones van het lichaam: hoofd, hart en
bekken, waarmee de behandeling wordt geïntegreerd.
Hierna mag de cliënt op zijn zij gaan liggen, lekker warm toegedekt met een
dekentje, om even de tijd te nemen om bij te komen. Dit is vaak nodig: door
deze eenvoudige “strijkjes” wordt nogal wat in gang gezet, zoals ook uit de
bespreking van de cases zal blijken.
Voor
zelfbehandeling (altijd interessant om hetgeen we onze cliënten
aanbieden ook bij onszelf te kunnen toepassen) wordt veelal gewerkt via de
reflexbanen op de handen omdat dat makkelijker gaat dan het werken op de
eigen voeten.
Toepassing
Energetische Vertebraal Correctie kan worden toegepast bij een veelvoud aan
klachten, zoals bijvoorbeeld:
- rugpijn en klachten in
rug, schouders en wervelkolom, zoals bolling (kyfose)
en holling (lordose) van de rug, S-vorm in de
wervelkolom (scoliose), draaiing en scheefstand van wervels en
wervelkolom
- scheefstand van het
bekken, bekkeninstabiliteit
- orgaanklachten:
spijsverteringsproblemen, problemen met lever, nieren, et cetera
- “vage” klachten, zoals
hoofdpijn en migraine, energieverlies, stress, burn-out, en dergelijke
- psychische klachten,
bijvoorbeeld angsten
Ter
illustratie van de werkwijze en toepassingsmogelijkheden een viertal cases
Gezien mijn achtergrond van onder andere CranioSacraal
therapeut en healer/reader ligt het voor de hand om
werkwijzen te combineren. Dit komt dan ook tot uitdrukking in de beschrijving
van de cases.
Casus 1: bekken komt weer recht te staan en “als
toetje” verdwijnen ook angstgevoelens
Cliënte heeft een pijnlijk en vermoeid gevoel in de onderrug, dat
uitstraalt naar de heupen. Soms een raar dof gevoel in de linkervoet. Ze
wordt vaak wakker van de pijn en kan dan niet in bed blijven liggen. Te lang
zitten geeft pijn bij het opstaan; deze pijn zakt na enkele minuten.
Ze is twee maal bij een chiropractor geweest. Die constateerde dat het linkerbekken beide keren scheef stond en er veel spanning
was in de onderrug. Na behandeling bleef de pijn ongeveer vierentwintig uur
weg, maar kwam daarna weer in volle hevigheid terug.
Eerste
inspectie van de rug gaf mij de volgende informatie:
Een mooie lange rug, die desalniettemin een enigszins “gedrongen” indruk
maakt; de rug voelt niet “vrij”.
De schouders zijn scheef: linkerschouder ligt hoger.
De rechter bekkenkam ligt lager dan links. Ditzelfde geldt voor de onderkant
ribben en de onderkant schouderbladen. Het bekken staat dus inderdaad scheef.
Deze scheefstand zet zich voort tot en met de schouders.
Ik markeer de plaats van Th1, Th7, L2 en L4.
Na
het voorbereidende werk op de voeten aan de reflexbaan van blaas-,
gouverneursvat- en conceptievat-meridiaan heeft cliënte het gevoel dat haar
voeten en benen meer gelijk voelen; ze voelt bovendien veel reactie in het
hoofd.
Ik merk op dat het bekken minder scheef is gaan staan. Idem voor de lijn over
de onderkant van de ribben, ter hoogte van L2. De schouderlijn, ter hoogte
van Th7, verandert niet.
Aangezien
de pijn voornamelijk in de onderrug zit en de scheefstand begint ter hoogte
van L2/L3 besluit ik in de onderrug te beginnen. Deze zone staat in
verbinding met de niermeridiaan. Ik begin de
reflexbaan van de niermeridiaan op de rechtervoet
te behandelen en zie dat het bekken “zomaar vanzelf” recht komt te liggen.
Naar boven toe corrigeert de wervelkolom zichzelf zodat ook de schouders
recht komen.
Als
ik de reflexbanen van dikkedarm- en
conceptievat-meridiaan op de voeten behandel (corresponderend met L4 en L5) begint cliënte zich onrustig te
voelen en komt een gevoel van misselijkheid opzetten. Desondanks begint de
onderrug zich zichtbaar, en voor cliënte voelbaar, te ontspannen.
Ik
besluit de onderrug te laten voor wat hij is en het schoudergebied aan te
pakken. Ik constateer daar een energietekort.
Dit gebied staat in verbinding met de longmeridiaan. Deze gaat onder andere
over het wel of niet innemen van de eigen ruimte. Ik behandel de reflexbaan
van de longmeridiaan op beide voeten. Cliënte voelt angst en paniek opkomen,
het voelt “gek in het hoofd”, ze raakt de controle kwijt en er komt een
partij verdriet naar boven. Bekende reacties voor haar: ze heeft inderdaad
een groot probleem met het innemen van haar eigen ruimte. Als ze hiertoe toch
“gedwongen” wordt gaat dat vaak gepaard met dezelfde gevoelens die ze nu
ervaart.
Tegelijkertijd geeft ze aan dat haar schouders voor haar meer gelijk voelen
en meer ontspannen. Er komt ruimte in de borstkas.
Ik constateer dat Th7 ongeveer een vingerdikte is gezakt ten opzichte van het
begin van de behandeling, terwijl Th1 gelijk ligt: de rug is ter plaatse
langer geworden. Tevens is L2 een vingerdikte omhoog opgeschoven ten opzichte
van het begin van de behandeling, dus ook in de onderrug is meer ruimte
gekomen. Met andere woorden: zowel boven als onder in de rug is meer
ontspanning gekomen. Cliënte bevestigt dat ook het bekken veel rustiger
aanvoelt.
Ter
afronding geef ik cliënte nog een korte CranioSacraal-sessie
om het systeem tot rust te laten komen en de behandeling te integreren. Als
ik voel dat haar energie goed en rustig doorstroomt mag ze weer naar huis.
Ze geeft aan dat ze meer ruimte voelt en meer rust, maar wel moe is (er is
ook heel veel gebeurd!). De angst/paniekgevoelens zijn voorbij. Het bekken
voelt meer ontspannen. Als ze (een stuk soepeler dan ze kwam) naar de auto
loopt zegt ze dat ze morgen wéér wil.
De behandelkamer voelt na afloop van de sessie “vol” en het is duidelijk
warmer dan toen we begonnen…
Ongeveer
twee weken later meldt ze dat de pijn in haar rug is weggebleven. Ze is een
aantal dagen na de behandeling érg moe geweest. Maar het meest wonderbaarlijk
vindt ze toch wel dat haar angsten haar niet langer belagen. De gedachten
komen nog wel op, maar op de één of andere manier dringt het niet meer zo
diep in haar systeem door en kan ze deze angst- en paniekgevoelens vrij
makkelijk van zich af zetten. Ze voelt zich zekerder van zichzelf dan ooit.
Ze wil nog wel twintig van dit soort behandelingen!
Casus
2: hernia
Cliënte met zware hernia, aan de linkerkant ter hoogte van L3/L4, en rechts
L4/L5. Ze wordt regulier behandeld met pijnstillers (Brufen
en Paracetamol) en zeer pijnlijke injecties (Lyrica) in het SI-gewricht tegen
uitstralende zenuwpijnen naar de benen. Hiernaast volgt ze fysiotherapie,
Mensendieck en ergotherapie. Ze neemt echter geen vooruitgang waar, de pijn
is vaak niet te harden en dientengevolge zijn haar bewegingen verre van
soepel.
Onderzoek
van haar rug leert me dat de schouders scheef staan, vanaf Th6 naar beneden
de hele rug gevoelig is, heiligbeen en stuit ronduit pijnlijk zijn en zelfs
geen lichte druk kunnen verdragen. De stuit geeft me informatie over een
levenshouding waarin alles “moet” en waardoor de hele rug in de kramp schiet.
Als ik cliënte dat terug geef herkent ze het direct.
Al tijdens de inleidende behandeling voelt cliënte de pijn in het bekken
wegtrekken. In de benen gaat ze andere dingen voelen dan alleen maar pijn:
het begint te trillen en te tintelen.
Ik behandel de reflexbanen van de meridianen die gekoppeld zijn aan L3, L4,
L5 en het sacrum. Ze voelt haar onderrug warm worden en “energiestroompjes“
in de benen. Aan het einde van de behandeling is ze erg moe, staan de
schouders recht, is de bovenrug pijnvrij en de
onderrug merkbaar minder gevoelig.
Na
twee weken komt ze terug voor de tweede behandeling. Ze is enthousiast: ze
heeft alle medicijnen afgebouwd, ook de injecties. Als het nu nog pijn doet
is het te verdragen. Ze beweegt soepeler; ook haar omgeving geeft haar dat
terug (en dan is het écht zo, nietwaar?).
In deze tweede behandeling combineer ik het werk aan de reflexbanen van de
meridianen met CranioSacraal Therapie. De onderrug
is na het meridiaanwerk zodanig pijnvrij geworden
dat ik nu via Diep Spierwerk (onderdeel van CranioSacraal
Therapie waarbij gewerkt wordt met een behoorlijke druk) de nog resterende
“spanningsknopen” in de billen ter hoogte van het heiligbeen op kan lossen.
De bovenbenen “vertellen” me dat cliënte wel erg veel nadruk legt op de
dingen die “mis” gaan in haar leven. Ze vragen om een positiever instelling:
focus op vreugde, schoonheid, genieten van wat ze heeft.
Casus
3: EHS (Elektro Hoog Sensitief), zelfbehandeling
Cliënte heeft last van zogenoemde “vage” klachten die veroorzaakt blijken te
worden door straling. Elektrosensitiviteit is een “vak apart” en het gaat nu
te ver om dieper in deze materie te duiken.
Eén van de kenmerken van stralingsgevoeligheid is dat specifieke meridianen
daardoor (flink) uit balans worden gebracht. Het periodiek weer in balans
brengen van de meridianen doe ik bij voorkeur via een andere techniek dan
Energetische Vertebraal Correctie. Deze techniek, die ik eenvoudigweg
“Harmoniseren van Meridianen” heb genoemd, is ontstaan uit een combinatie van
verschillende andere technieken en eigen ervaringen.
Naast de overige aandachtspunten, zoals onder andere het verwijderen van
directe stralingsbronnen (mobiele telefoon uitzetten als die niet strikt
nodig is, vervangen van DECT-telefoon door een “ouderwets” snoertoestel,
vervangen van “draadloos” (internet, babyfoon, et cetera) door “draad”,
vervangen van spaarlampen door gloeilampen), het overstappen op echt voedende
voeding, et cetera leer ik cliënte om dagelijks de stralingsgevoelige
meridianen te behandelen middels Energetische Vertebraal Correctie. Hiertoe
behandelt ze iedere avond vóór het slapen gaan de reflexbanen van die
meridianen op haar handen; een eenvoudige procedure die nog geen tien
minuutjes in beslag neemt.
Het resultaat van al die maatregelen mag er zijn: ze slaapt beter en voelt
zich fitter en vrolijker, waardoor het lichaam meer weerstand opbouwt tegen
straling.
Casus
4: zelfbehandeling bij diverse klachten
Verschillende cliënten geef ik, als ondersteuning van mijn behandelingen,
instructie over het toepassen van de techniek van Energetische Vertebraal
Correctie bij zichzelf.
Men kan dan denken aan klachten als obstipatie, vergroten van het
uithoudingsvermogen bij sport, ondersteuning van spijsverteringsorganen zoals
lever, galblaas en milt/pancreas, zwakke nieren en dergelijke.
Dagelijkse behandeling van de reflexzones van de betreffende meridia(a)n(en) blijkt zeer goede resultaten te geven.
|